





Leertaak 4 - Levensbeschouwing
Esmay Kieboom
Voor deze leertaak heb ik een Trefwoord les gegeven, maar dan anders dan dat de kinderen gewend zijn. Normaal gesproken beginnen de ze dag met de kalenderplaat klassikaal te bespreken; wat zien ze? Ik ben mijn trefwoord les bewust anders gestart, om te kijken hoe de kinderen creatief waarnemen en denken.
Het doel van deze les was dat de kinderen zich konden inbeelden wat ik beschreef. Op de kalenderplaat van de dag was een meisje te zien in twee verschillende situaties; eerst zat ze boos en mokkend op de bank, daarna zat ze juist erg blij op de bank. Nadat ik het plaatje had beschreven vroeg ik aan de kinderen waarom dat meisje eerst boos was en daarna blij. Dit deed ik om te kijken naar hun vermogen om verband te leggen tussen oorzaak en gevolg; kunnen ze dit ook redeneren en argumenteren (Bode, 2014)?
Het viel mij op dat zowel de kinderen uit groep 1 en groep 2 goed in staat waren om dat wat ik geschreven had in te beelden. De antwoorden die ze op mijn vragen gaven, waren ook logisch. Zo dacht een jongetje uit groep 2 dat het meisje eerst boos was, omdat ze iets niet mocht en dat ze later toch haar zin had gekregen. Een meisje uit groep 1 dacht dat het meisje van de kalenderplaat boos was, omdat ze niet mee mocht spelen in de poppenhoek en later mocht ze wel mee doen.
Hier en daar waren er wel wat kleine uitzonderingen, zo werden bijvoorbeeld sommige antwoorden door verschillende leerlingen herhaald.
De Bode, J. en Nijman, L. (2014) “Hoe bedenk je het, creatief denken in het onderwijs”. Bussum: Uitgeverij Coutinho.
